Ik heb een buitenkind, nu al. Het is niks voor haar om de hele dag binnen te zitten. Eigen schuld waarschijnlijk, wij zullen haar wel zo hebben gemaakt. Is ze haar speelgoed na een uurtje of 8.30 uur zat, wijst ze al weer naar de achterdeur. ‘Buiten’ blijft ze roepen, en haal haar van dat idee maar weer eens af. Binnen zitten is namelijk ook niet echt ons ding, wij zijn misschien gewoon ook buiten ouders. Met een papa als bioloog is het vast niet gek dat we regelmatig met de kleine de hort op gaan. En dan niet naar een plastic speelpaleis, maar naar de kinderboerderij, het speelbos, de aapjes, de koeien, de paarden of gewoon scharrelen in de tuin. Nu mama zich regelmatig niet lekker voelt, fietst papa vaak met prinses naar de eendjes. We sparen daarvoor speciaal ons oude brood. Dat de kleine dus ook helemaal nergens bang voor is, is misschien dan ook niet zo gek. Gerust zit ze boven op een paard dat een stuk groter is als mama, legt ze haar hoofd boven op een geit en geeft ze de honden stiekem haar korstjes brood.
Maar, inmiddels is het ook een poppenkind. Pop en andere pop en inmiddels ook haar varkentje gaan overal mee naar toe. Ze moeten regelmatig slapen, krijgen van alles te eten en soms zelfs de fles. De poppenwagen wordt in en uitelkaar gehaald. Elk ledemaat wordt onderzocht, geknuffeld, opgegeten en gekust. In een boze bui beland de arme pop soms met een vaart in de hoek. En helemaal blij wordt prinses van haar enige echte levende pop. Het liefst zou ze ook deze de kamer door sjouwen. Als het woord oma valt, komt voor haar de naam ‘Lana’ er achter aan. Loopt ze bij oma binnen, kijkt ze eerst even in de box. En als Lana er dan nog echt is gaat mijn kleine glimmen. Deze pop is wel de meest fantastische van allemaal. Wordt geknuffeld, gekriebeld, gekust, moet af en toe een onhandige stoot of een vinger in haar oog ondergaan, heeft af en toe ineens een vinger in haar gewillige mondje en haar oren worden afgelikt. Makkelijk, want ook deze pop geeft geen kik. Kan een hoop hebben inmiddels, ze is haar nichtje nu al weer gewend.
En dat ze ook een waterkind is, een ik-doe-alles-na-kind, een boekjeskind, en een ‘bouwen-kind’ daar hebben we het een andere keer weer over.
Tidak ada komentar:
Posting Komentar