Ik heb te doen met dit meisje en met haar ouders. De hele avond probeer ik haar gerust te stellen. Af en toe kijkt ze me met grote ogen aan. Ziet ze me staan? Herkent ze mijn stem van voorgaande dagen? Stelt het haar gerust dat er iemand bij haar is, dat er iemand tegen haar praat of jaag ik haar angst aan? Angst om alle dingen die ik bij haar moet doen om haar beter te maken. Ik onderdruk de neiging haar een kus te geven op haar kale bolletje. Haar ouders staan naar mij te kijken, het voelt niet professioneel. Niet bij Laura.
‘s Avonds sta ik even met vader te praten aan haar bed, ze slaapt en ligt er ontspannen bij. Hij zegt de dingen die ik al maanden denk sinds mijn kleine prinses geboren is. Dit is wat je niet wil weten, hoe ziek je kind kan zijn. Je kan niet bedenken wat hier gebeurd. Dit is de ergste nachtmerrie voor een ouder. Het is onmenselijk. Ik moet me bedwingen niet emotioneel te worden. Als ik naar huis rijd denk ik aan deze woorden. Ik besef me dat ik weer twijfel. Kan ik dit, houd ik dit vol. Tegelijkertijd weet ik dat deze kinderen er zijn, ook als zou stoppen met deze baan. Ik denk weer aan deze ouders en vraag me ineens af waar ik me druk om maak. Wat stelt mijn probleem voor bij wat deze mensen door maken. Ineens baal ik dat ik morgen vrij ben. Laura is aan mij gewend, ik weet inmiddels hoe ik haar gerust kan stellen, dat denk ik tenminste en ouders hebben vertrouwen in mij. Morgen staat er een nieuwe verpleegkundige aan haar bed, die haar opnieuw moet leren kennen…. Wat had ik haar ook dan graag getroost.
Tidak ada komentar:
Posting Komentar