Zomaar een vraag wordt mij om de oren geslingerd op de vroege zaterdag morgen: ’genoot jij echt van je zwangerschap?’ Tja, een vraag waar ik even over moest nadenken. Bedoel, zwanger zijn is toch het mooiste wat er is zou je denken. Een nieuw leven wat begint in je buik. Diep in je buik verborgen, de eerste maanden nog volledig onzichtbaar voor de rest van de wereld. Mijn geheim. Dat vond ik toch wel heel bijzonder ja, daar genoot ik ook echt van ook al had ik daar niet altijd tijd voor. Zin ook niet. Ik was namelijk ziek. Misselijk, beroerd en vermoeid. Hield niks binnen, zelfs geen glas water. Viel af en belandde uit eindelijk in het ziekenhuis. Keek uit naar de magische grens van twaalf weken. Maar helaas ging het niet beter, ik was door mijn reserves heen. Te druk ook, geen tijd om naar mijn lijf te luisteren. Ik jakkerde door en ondertussen dijde ik uit. Halverwege het tweede trimester ging het wat beter. De medicijnen bouwde ik langzaam af. Hopeloos vermoeid. Dat wel. En last van de hormonen en de overweldigende hitte die zomer. Huilen om niks, zeuren, niks willen en nog een keer huilen. Lachen en huilen lagen nog nooit zo dicht naast elkaar. Ik kan niet leuk geweest zijn voor mijn omgeving, zeker niet voor mijn lief die mij zoals het hoort bij een zwangere vrouw liet gaan en me in alles gelijk gaf. Die ’s avonds op de bank mijn benen masseerden en me op zijn schouder liet uitrazen. Die rustig aan iedereen die hem vroeg of hij het allemaal nog wel trok, of hij mij nog aan kon, vertelde dat het allemaal best mee viel. Vreselijk was ik, een slaaf van mijn hormonen. En toch genoot ik wel, tussen door. Het kleine schoppertje in mijn buik was alleen van mij. Liet zich niet horen aan de rest van de wereld. Groeide van mij, door mij, in mijn lijf. Trots liep ik over straat, door het centrum de eerste periode mijn buik naar voren zodat iedereen het zou zien. Er was nog niks te zien maar zo voelde het wel. Later, hoog zwanger kreeg ik af en toe meewarende blikken, mensen spraken me aan, ik leek een bezienswaardigheid. Vreemde gewaarwording, ik was toch echt de eerste zwangere niet. En zeker niet de enige. Elke dag telde ik af, elke minuut kroop voorbij, wat wilde ik mijn kleine nieuwe, mensje graag in mijn armen hebben, ik kon niet wachten. Alles deed ik om de zwangerschap op te wekken toen ik de grens van 37 weken passeerden. Het mocht, ze was af en ik mocht de wereld laten zien wat voor moois ik bij me droeg. Alle internet fora werden uitgeplozen, tips om de weeën te laten starten maar niks hielp. Mijne kleine meid was er nog niet klaar voor, kon de wereld nog niet aan en zat goed daar waar ze zat. Precies op de dag af 42 weken liet zij het levenslicht zien. Mijn trots, mijn kind, mijn prinses, helemaal zelf gemaakt.
Na haar komst was er wat veranderd. De hele wereld eigenlijk. Een leeuwin werd ik als het ging om mijn kind, en nog steeds. Ook hoorde ik ineens bij een andere club. De moeders. Op straat kijk ik nog steeds naar elke zwangere. Ook naar alle moeders. We hebben wat gemeen, het zelfde mee gemaakt en dat is speciaal.
Maar goed om een antwoord te geven op deze vraag, ja ik genoot echt. Op mijn momenten. Als ik rustig was en even alleen, maar samen met mijn ongeboren kind. Als ik wist dat zij lag te luisteren naar het kloppen van mijn hart, ze reageerde op de warmte van mijn hand. Dan was ik gelukkig en mocht het van mij altijd zo blijven. Ik genoot ook van mijn buik, vond het prachtig. Die ronde vorm. Toch was ik me er niet vaak genoeg van bewust. Vond mijn eigen zwangerschap niet speciaal genoeg, genoot niet maximaal en het schoot niet op. En toen was het ineens voorbij.
Mocht het ooit weer zover zijn, hoop ik elk moment intens mee te krijgen. Het ziek zijn te zien als het groeien van mijn kind, de hormonen voor lief te nemen. Bij deze bedankt mijn lief, voor de steun die ik nodig had als slaaf van mijn hormonen.
Tidak ada komentar:
Posting Komentar